Jimmy Wormworth: Het American Jazz Quintet in Parijs (1957)- deel 2
De Chat Qui Pêche (Parijs -1957) Open elke dag, de hele nacht
Dat is toch geen muziek; dat is alleen een bak herrie.(Philly Joe Jones citeert de clubeigenaars)
Hans Koert
In augustus 1957 waren Jimmy Wormworth en zijn American Jazz Quintet uitgenodigd voor een serie optredens in Le Chat Qui Pêche, een jazzkelder in Parijs. In clubs zoals de Saint-Germain gingen ze na afloop van hun optreden, luisteren naar andere jazzmusici, zoals Kenny Clarke, Lucky Thompson en Nico Bunink.
George Braithwaite (= Braith) en twee groupies (foto: Jimmy Wormworth)
Jimmy herinnert Floris (Nico) Bunink, hij zou zich vanaf zijn achttiende gewoon Nico laten noemen, woonde al vanaf 1956 in Parijs en had zijn eigen draai gevonden in de Parijse jazzscene. Hij speelde in het kwintet van Barney Wilen tot 1958, waarin Al Levitt op slagwerk te horen was. Nico en Al Levitt werden vrienden en je kunt je voorstellen hoe Jimmy Wormworth, Roland Ahby, Sal Amico, Barry Rogers en George Braith, allen leden van de American Jazz Quintet met hun neus in de boter vielen, als ze na afloop van hun optreden bij bijv. Al Levitt, die Jimmy als slagwerker hoog waardeerde, konden gaan luisteren. We never played in the Club St. Germain - we only sat in after we played in the Chat Qui Pêche.(= We hebben nooit in de Saint-Germain gespeeld - we gingen er alleen na afloop van ons optreden in Le Chat Qui Pêche luisteren.) De Club Saint-Germain lag op de linker oever en was De Club in de jaren vijftig waar de grote jazzmannen optraden, zoals Lester Young en Miles Davis (eind 1957). Kenny Clarke schijnt er in 1958 zelfs een tijdje onderdak gevonden te hebben. Jimmy herinnert zich dat hij en Nico het samen goed konden vinden: We became quite close.....very close friends. (= We werden erg dikke vrienden). George Braith met een Parijse groupy (foto: Jimmy Wormworth)
Nico verliet Europa in 1959 en ging in de VS wonen, waar hij een plekje vond bij de band van Charles Mingus, toen Mingus hem hoorde spelen in Minton's Playhouse. Toen Jimmy later weer terug was in New York zochten ze elkaar vaak op. We hung out in NYC, a lot, whenever he was here!! (= Als hij in New York was, zochten we elkaar vaak op) herinnert Jimmy zich. Nico had ook een broer, gaat Jimmy verder, die een motor had en met hem reed ik dan langs alle hoogtepunten van Parijs. He had a motorcycle, a BMW, I think. (= Hij had een motor, ik geloof een BMW). I remember the motorcycle, because he took me on it, to see the Sacre Coeur cathedral, on the Rive Droite and the Montmartre neighbourhood, Place Pigalle, etc. (= Ik herinner me die motor nog, omdat we daarmee langs de Sacre Coeur, de rechter oever van de Seine en Montmartre, Place Pigalle en zo). Hoewel Jimmy's tweede zoon Nico heet, moet Jimmy nog al eens uitlegggen dat hij hem niet naar Nico Bunink genoemd heeft: Everybody asks me if I named my son after Nico Bunink, but that's not true; it was just another name I suggested to my wife and she liked it. ( = Ik word nog al eens gevraagd of ik mijn zoon naar Nico Bunink genoemd heb, maar dat is niet waar; het was gewoon één van de namen die ik aan mijn vrouw voorstelde en die ze leuk vond). Een fan, die luisterde naar de naam Jean Plaisir ( foto: Jimmy Wormworth)
De club Le Chat Qui Peche was geopend rond 1955 in de rue de la Huchette in het Quartier Latin, gerund door Madame Ricard, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Franse Verzet had gezeten. Le Chat was in 1957 een smalle, één ruimte tellende club. Madame Marie-Thérèse Ricard (rechts) met criticus Maurice Cullaz en twee onbekenden op de beneden verdieping van Le Chat Qui Pêche. (foto: Chenz)(Dank aan Brownie)
I was told that we made her club so successful, because there were many bus tours coming to hear us, that, after us, Madam Ricard hired many famous American jazz musicians, so that she had the funds to add another floor in the club. ( = Ik heb horen vertellen dat ze haar club zo succesvol had gemaakt dankzij busladingen toeristen die hier naar ons kwamen luisteren, zodat Madame Ricard later allerlei beroemde Amerikaanse jazzmusici kon contracteren en er een verdieping op kon laten bouwen). I don't know if that's true, but I think it was the late Al Levitt, who told me that, because he stayed in Paris, after we came back to the USA. (= Of het waar is weet ik niet, maar ik geloof dat Al (Levitt) me dat vertelde, want die bleef, nadat we terug waren naar de VS, hier spelen). Anderen hebben gelijksoortige herinneringen aan Le Chat Qui Pêche. De kelderclub was buitengewoon populair, maar zag er niet uit, herinnert Louis Victor Maily, journalist voor het Parijse Jazz Hot magazine. Open all night every night.( Open elke dag, de hele nacht). Le Chat Qui Pêche is nu een restaurant.
It was a popular place to play for US musicians, where they found a second home, where they could play the kind of music they really liked, there by making lots of new friends in modern jazz, or Hard bop as it came to be know later (= Het was een geliefde plek voor Amerikaanse musici om te spelen, een thuis, waar ze de muziek konden spelen die ze echt leuk vonden, waar ze veel nieuwe vrienden maakten, die net als hen hielden om moderne jazz te spelen, of Hard bop, zoals het later genoemd werd), schrijf Bernie Newman in het boekje bij de Cd van het Donald Byrd Quartet "Au Chat Qui Peche" 1958 ( Fresh Sound FSCD-1028). US musicians liked the appreciative European audience, as was quite different from what they were accustomed to in New York (= Amerikaanse musici hielden van het Europese publiek, dat waardering had voor hun spel, iets dat ze thuis in New York niet gewend waren). Art Taylor, die in 1958 zelf drie maanden in Le Chat Qui Pêche optrad, laat Philly Joe Jones in zijn boek Notes for Notes (een bundel interviews) vertellen, dat the owners of the club didn't really like the music they played; they only wanted to make money ......... (= de eigenaren van de club eigenlijk niks gaven om de muziek die ze speelden, ze wilden alleen geld verdienen). Like the people who run the Chat Qui Pêche, they don't care whether you're playing well or not. (= Neem nu de mensen die Le Chat Qui Pêche leidden; het kon hen niets schelen of je nu goed of slecht speelde.) It's how much money they earn. (= Het ging hen alleen om de verdiensten). They'll accept all the money and be smiling because they're making money, but deep down inside they say: They aren't musicians, it's just a bunch of noise. ( = Ze telden hun inkomsten en stonden dan te lachen naar je omdat ze goed verdiend hadden, maar in werkelijkheid zag je ze denken: Dat is toch geen muziek; dat is alleen een bak herrie). De club bleef open tot 1970 toen Madame Ricard haar vergunning verkocht; tegenwoordig is het een restaurant dat nog steeds dezelfde naam draagt. Al Levitt en Jean Plaisir - augustus 1957 (Foto: Jimmy Wormworth)
Volgens Jimmy speelden ze de hele maand augustus in Le Chat, wat dus betekent dat ze halverwege terug moesten rijden naar Amsterdam om te spelen in het voorprogramma van het J. J. Johnson concert op de 17de augustus en, waarschijnlijk, de volgende dag weer terug. Feit is dat ze ook weer op tijd bij de Holland Amerika Lijn moesten zijn in Rotterdam voor hun terugtocht naar New York. Ik heb nog geen dienstregeling kunnen vinden, maar wel dat op 2 september 1957 het HAL-schip De Zuiderkruis naar New York afvoer, waar het op de 21ste September aankwam. Feit is, herinnert Jimmy zich, that I had my 19th birthday celebrated in Le Chat Qui Peche (14th of August) ( = dat ik de 14de mijn negentiende verjaardag vierde in de Chat Qui Pêche.) Al Levitt got me very drunk for the 1st time in my life, and I was so sick that I couldn't play at Le Chat, that night! (= Al Levitt voerde me toen voor het eerst van mijn leven zo dronken, dat ik die avond niet meer kon spelen in Le Chat!!)
Bedankt Jimmy en Faith voor al jullie informatie!
Hans Koert
keepswinging@live.nl
Le Chat Qui Pêche was één van die clubs in het Parijs van de jaren vijftig, waar Amerikaanse jazzmusici zich thuis voelden - waar ze hun muziek konden spelen. Madame Ricard leidde de club en gaf de musici daarvoor alle ruimte. De musici voelden zich hier gewaardeerd door het Parijse publiek; iets dat ze in New York misten. Jimmy Wormworth en zijn American Jazz Quitet (+ één) traden hier in augustus 1957 op en ontmoetten er o.a. Nico Bunink, de Nederlandse pianist, die in Amerika weliswaar een glansrijke carriere maakte in bands als die van Charles Mingus, Zoot Sims en Stan Getz, om er een paar te noemen, maar terug in Nederland hiervoor weinig erkenning kreeg. De Keep Swinging blog publiceert de herinneringen van Jimmy Wormworth uit deze periode. Als je niets wilt missen volg haar dan via Twitter (#keepswinging) of vraag haar gratis Nederlandse- of Engelstalige nieuwsbrief ( of allebei). Vraag ernaar: keepswinging@live.nl
Retrospect
Oscar Aleman Choro Music Flexible Records Hit of the Week-Durium Friends of the Keep Swinging blog Keep Swinging Contributions
(English links) Jimmy Wormworth: The 1956 Student Cruise Program stay in Holland - Jimmy Wormworth: The 1957 American Jazz Quintet in Holland - Jimmy Wormworth: The American Jazz Quintet in Paris (1957)- part one Jimmy Wormworth: The American Jazz Quintet in Paris (1957)-part two The American Jazz Sextet: The 1957 J. J. Johnson concert
Nederlandse link: Jimmy Wormworth: Het Studenten Cruiseprogramma en zijn verblijf in Nederland (1956) - Jimmy Wormworth: Het American Jazz Quintet in Nederland (1957) - Jimmy Wormworth: Het American Jazz Quintet in Parijs (1957)- deel 1 Jimmy Wormworth: Het American Jazz Quintet in Parijs (1957)- deel 2 Het American Jazz Sextet opent J.J.Johnson concert.
Dat is toch geen muziek; dat is alleen een bak herrie.(Philly Joe Jones citeert de clubeigenaars)
Hans Koert
In augustus 1957 waren Jimmy Wormworth en zijn American Jazz Quintet uitgenodigd voor een serie optredens in Le Chat Qui Pêche, een jazzkelder in Parijs. In clubs zoals de Saint-Germain gingen ze na afloop van hun optreden, luisteren naar andere jazzmusici, zoals Kenny Clarke, Lucky Thompson en Nico Bunink.
George Braithwaite (= Braith) en twee groupies (foto: Jimmy Wormworth)
Jimmy herinnert Floris (Nico) Bunink, hij zou zich vanaf zijn achttiende gewoon Nico laten noemen, woonde al vanaf 1956 in Parijs en had zijn eigen draai gevonden in de Parijse jazzscene. Hij speelde in het kwintet van Barney Wilen tot 1958, waarin Al Levitt op slagwerk te horen was. Nico en Al Levitt werden vrienden en je kunt je voorstellen hoe Jimmy Wormworth, Roland Ahby, Sal Amico, Barry Rogers en George Braith, allen leden van de American Jazz Quintet met hun neus in de boter vielen, als ze na afloop van hun optreden bij bijv. Al Levitt, die Jimmy als slagwerker hoog waardeerde, konden gaan luisteren. We never played in the Club St. Germain - we only sat in after we played in the Chat Qui Pêche.(= We hebben nooit in de Saint-Germain gespeeld - we gingen er alleen na afloop van ons optreden in Le Chat Qui Pêche luisteren.) De Club Saint-Germain lag op de linker oever en was De Club in de jaren vijftig waar de grote jazzmannen optraden, zoals Lester Young en Miles Davis (eind 1957). Kenny Clarke schijnt er in 1958 zelfs een tijdje onderdak gevonden te hebben. Jimmy herinnert zich dat hij en Nico het samen goed konden vinden: We became quite close.....very close friends. (= We werden erg dikke vrienden). George Braith met een Parijse groupy (foto: Jimmy Wormworth)
Nico verliet Europa in 1959 en ging in de VS wonen, waar hij een plekje vond bij de band van Charles Mingus, toen Mingus hem hoorde spelen in Minton's Playhouse. Toen Jimmy later weer terug was in New York zochten ze elkaar vaak op. We hung out in NYC, a lot, whenever he was here!! (= Als hij in New York was, zochten we elkaar vaak op) herinnert Jimmy zich. Nico had ook een broer, gaat Jimmy verder, die een motor had en met hem reed ik dan langs alle hoogtepunten van Parijs. He had a motorcycle, a BMW, I think. (= Hij had een motor, ik geloof een BMW). I remember the motorcycle, because he took me on it, to see the Sacre Coeur cathedral, on the Rive Droite and the Montmartre neighbourhood, Place Pigalle, etc. (= Ik herinner me die motor nog, omdat we daarmee langs de Sacre Coeur, de rechter oever van de Seine en Montmartre, Place Pigalle en zo). Hoewel Jimmy's tweede zoon Nico heet, moet Jimmy nog al eens uitlegggen dat hij hem niet naar Nico Bunink genoemd heeft: Everybody asks me if I named my son after Nico Bunink, but that's not true; it was just another name I suggested to my wife and she liked it. ( = Ik word nog al eens gevraagd of ik mijn zoon naar Nico Bunink genoemd heb, maar dat is niet waar; het was gewoon één van de namen die ik aan mijn vrouw voorstelde en die ze leuk vond). Een fan, die luisterde naar de naam Jean Plaisir ( foto: Jimmy Wormworth)
De club Le Chat Qui Peche was geopend rond 1955 in de rue de la Huchette in het Quartier Latin, gerund door Madame Ricard, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Franse Verzet had gezeten. Le Chat was in 1957 een smalle, één ruimte tellende club. Madame Marie-Thérèse Ricard (rechts) met criticus Maurice Cullaz en twee onbekenden op de beneden verdieping van Le Chat Qui Pêche. (foto: Chenz)(Dank aan Brownie)
I was told that we made her club so successful, because there were many bus tours coming to hear us, that, after us, Madam Ricard hired many famous American jazz musicians, so that she had the funds to add another floor in the club. ( = Ik heb horen vertellen dat ze haar club zo succesvol had gemaakt dankzij busladingen toeristen die hier naar ons kwamen luisteren, zodat Madame Ricard later allerlei beroemde Amerikaanse jazzmusici kon contracteren en er een verdieping op kon laten bouwen). I don't know if that's true, but I think it was the late Al Levitt, who told me that, because he stayed in Paris, after we came back to the USA. (= Of het waar is weet ik niet, maar ik geloof dat Al (Levitt) me dat vertelde, want die bleef, nadat we terug waren naar de VS, hier spelen). Anderen hebben gelijksoortige herinneringen aan Le Chat Qui Pêche. De kelderclub was buitengewoon populair, maar zag er niet uit, herinnert Louis Victor Maily, journalist voor het Parijse Jazz Hot magazine. Open all night every night.( Open elke dag, de hele nacht). Le Chat Qui Pêche is nu een restaurant.
It was a popular place to play for US musicians, where they found a second home, where they could play the kind of music they really liked, there by making lots of new friends in modern jazz, or Hard bop as it came to be know later (= Het was een geliefde plek voor Amerikaanse musici om te spelen, een thuis, waar ze de muziek konden spelen die ze echt leuk vonden, waar ze veel nieuwe vrienden maakten, die net als hen hielden om moderne jazz te spelen, of Hard bop, zoals het later genoemd werd), schrijf Bernie Newman in het boekje bij de Cd van het Donald Byrd Quartet "Au Chat Qui Peche" 1958 ( Fresh Sound FSCD-1028). US musicians liked the appreciative European audience, as was quite different from what they were accustomed to in New York (= Amerikaanse musici hielden van het Europese publiek, dat waardering had voor hun spel, iets dat ze thuis in New York niet gewend waren). Art Taylor, die in 1958 zelf drie maanden in Le Chat Qui Pêche optrad, laat Philly Joe Jones in zijn boek Notes for Notes (een bundel interviews) vertellen, dat the owners of the club didn't really like the music they played; they only wanted to make money ......... (= de eigenaren van de club eigenlijk niks gaven om de muziek die ze speelden, ze wilden alleen geld verdienen). Like the people who run the Chat Qui Pêche, they don't care whether you're playing well or not. (= Neem nu de mensen die Le Chat Qui Pêche leidden; het kon hen niets schelen of je nu goed of slecht speelde.) It's how much money they earn. (= Het ging hen alleen om de verdiensten). They'll accept all the money and be smiling because they're making money, but deep down inside they say: They aren't musicians, it's just a bunch of noise. ( = Ze telden hun inkomsten en stonden dan te lachen naar je omdat ze goed verdiend hadden, maar in werkelijkheid zag je ze denken: Dat is toch geen muziek; dat is alleen een bak herrie). De club bleef open tot 1970 toen Madame Ricard haar vergunning verkocht; tegenwoordig is het een restaurant dat nog steeds dezelfde naam draagt. Al Levitt en Jean Plaisir - augustus 1957 (Foto: Jimmy Wormworth)
Volgens Jimmy speelden ze de hele maand augustus in Le Chat, wat dus betekent dat ze halverwege terug moesten rijden naar Amsterdam om te spelen in het voorprogramma van het J. J. Johnson concert op de 17de augustus en, waarschijnlijk, de volgende dag weer terug. Feit is dat ze ook weer op tijd bij de Holland Amerika Lijn moesten zijn in Rotterdam voor hun terugtocht naar New York. Ik heb nog geen dienstregeling kunnen vinden, maar wel dat op 2 september 1957 het HAL-schip De Zuiderkruis naar New York afvoer, waar het op de 21ste September aankwam. Feit is, herinnert Jimmy zich, that I had my 19th birthday celebrated in Le Chat Qui Peche (14th of August) ( = dat ik de 14de mijn negentiende verjaardag vierde in de Chat Qui Pêche.) Al Levitt got me very drunk for the 1st time in my life, and I was so sick that I couldn't play at Le Chat, that night! (= Al Levitt voerde me toen voor het eerst van mijn leven zo dronken, dat ik die avond niet meer kon spelen in Le Chat!!)
Bedankt Jimmy en Faith voor al jullie informatie!
Hans Koert
keepswinging@live.nl
Le Chat Qui Pêche was één van die clubs in het Parijs van de jaren vijftig, waar Amerikaanse jazzmusici zich thuis voelden - waar ze hun muziek konden spelen. Madame Ricard leidde de club en gaf de musici daarvoor alle ruimte. De musici voelden zich hier gewaardeerd door het Parijse publiek; iets dat ze in New York misten. Jimmy Wormworth en zijn American Jazz Quitet (+ één) traden hier in augustus 1957 op en ontmoetten er o.a. Nico Bunink, de Nederlandse pianist, die in Amerika weliswaar een glansrijke carriere maakte in bands als die van Charles Mingus, Zoot Sims en Stan Getz, om er een paar te noemen, maar terug in Nederland hiervoor weinig erkenning kreeg. De Keep Swinging blog publiceert de herinneringen van Jimmy Wormworth uit deze periode. Als je niets wilt missen volg haar dan via Twitter (#keepswinging) of vraag haar gratis Nederlandse- of Engelstalige nieuwsbrief ( of allebei). Vraag ernaar: keepswinging@live.nl
Retrospect
Oscar Aleman Choro Music Flexible Records Hit of the Week-Durium Friends of the Keep Swinging blog Keep Swinging Contributions
(English links) Jimmy Wormworth: The 1956 Student Cruise Program stay in Holland - Jimmy Wormworth: The 1957 American Jazz Quintet in Holland - Jimmy Wormworth: The American Jazz Quintet in Paris (1957)- part one Jimmy Wormworth: The American Jazz Quintet in Paris (1957)-part two The American Jazz Sextet: The 1957 J. J. Johnson concert
Nederlandse link: Jimmy Wormworth: Het Studenten Cruiseprogramma en zijn verblijf in Nederland (1956) - Jimmy Wormworth: Het American Jazz Quintet in Nederland (1957) - Jimmy Wormworth: Het American Jazz Quintet in Parijs (1957)- deel 1 Jimmy Wormworth: Het American Jazz Quintet in Parijs (1957)- deel 2 Het American Jazz Sextet opent J.J.Johnson concert.
Labels: american jazz quintet, Chat Qui Peche club, jimmy wormworth, Nico Bunink
0 Comments:
Post a Comment
<< Home