Thursday, April 26, 2007

The Riffing Element

( Naar de Nederlandse vertaling.)
At the Doctor Jazz Magazine Reunion in Wageningen ( center of the Netherlands), held two times a year, collectors from the Netherlands, Belgium and Germany (and some Danish and Englishmen), browse around the tables to find records to complete their collections. There are also books for sale. At the meeting last week I recollected some memories about the time we got interested in the jazz music. The origin of our discussion was a copy of the book Jazz van New-Orleans Tot Cool, the Dutch version of the well known German Das Jazzbuch - Von Rag bis Rock.

The original diagram has black lines and words on a white background.
This book, that was reprinted many times, was the major source for information about jazz in the 1950s and 1960s. Joachim Ernst Berendt, musicologist, journalist and producer of a popular radio program in Germany wrote this book in 1953. In the book, translated in many languages, he told the story of jazz, but I remember that his diagrams were very informative. With a few lines and words Berendt explained the relations between jazz men or bands as if it was a time table for the Berlin U-bahn.
This kind of diagrams give in a nutshell a survey of the jazz - with musicians and names of styles as a kind of Jazz For Dummies avant la lettre ( but that book from the 1990s had a CD to inform you about how the music sounded ). ( The book 6 Over Jazz, which has an EP, was not yet in my bookcase at that period) When I was a teenager I loved to browse through the Van Klaveren bookshop in the Lange Kerkstraat in Goes ( southwest part of the Netherlands and the major city nearby) to find any book about jazz. The only books I could afford where the so-called pocket books, released in the Prisma Boeken series. They were relatively cheap ( One guilder and twenty-five cents I remember ( = € 0.60 now)). I bought myself the Jazzlexicon written by Jack Bosch and C.J. Dollé which was a kind of encyclopedia explaining all styles, instruments and, very important, certain jazz words, only used by insiders.
Another small book that I bought was just titled Jazz, part of the so-called Arti Beeld-Encyclopedie, written by A. Heerkens , that explained in less then 65 pages in four languages ( !! ) the history of jazz. And, very important, the book also had well-organized outlines, like the one above, which shows the seven major styles ( from New Orleans up to Cool-Jazz ) with a description of its elements ( all in four languages !! ) What information did it give (in English) about, let's say, the NEW ORLEANS style? Folk-music, primitive, original, spirited. And about the DIXIELAND style? Imitative tendencies controlled, forced gaiety. And BE-BOP? More modern than folkloristic, restless, virtuosity. What to say about SWING? Supple, light-footed, the "riffing" element.
The "riffing" element ?

Can you imagine, that I wondered, as a young adult, what the "riffing" element was? Now, getting old and bold, I guess I know what they mean by "riffing" elements - the habbit of using riffs, an extensive repetition of brief patterns, but it took me fourty years to find out what it meant.
Thanks to the books of my youth !!

Some more books (for me) with nostalgia remembrances:
  • Jazz Verleden, Heden en Toekomst - Marshall W. Stearns
  • Jazz - André Francis
  • The New Edition of the Encyclopedia of Jazz - Leonard Feather
  • A Pictorial History of Jazz - Orrin Keepnews and Bill Grauer, jr.
  • Jazz On Record, a Critical Guide - Charles Fox
  • New Hot Discography - Charles Delaunay
  • Jazzlexikon - John Jörgensen - Erik Wiedemann.
Keep swinging

Hans Koert

To my last contribution


MY TURNTABLE
arne domnerus quartet/dompan = sarah vaughan-lester young/one night stand = sonny stitt/stitt's bits - the bebop recordings 1949-1952 disc 1

Keep Swinging Oscar Aleman Flexible Records Choro Music Hit of the week - Durium
Tijdens de Doctor Jazz Magazine Reunië in Wageningen, die twee keer per jaar gehouden wordt, struinen verzamelaar uit Nederland, Duitsland en België ( er zitten ook Denen en Engelsen tussen) langs de tafels op zoek naar ontbrekende schakels in hun verzamelingen. Er worden ook wel jazzboeken aangeboden. Tijdens de laatste reunie kwam ik in contact met een verzamelaar, waarmee ik oude herinneringen ophaalde over onze eerste contacten met jazz-in-druk. We kwamen op dit onderwerp door het boek Jazz van New-Orleans Tot Cool, de Nederlandse versie van het bekende Duitse "handboek" Das Jazzbuch - Von Rag bis Rock.

Het originele schema is wit met zwarte letters.

Het boek, vele malen herdrukt, was de belangrijkste bron voor informatie over dit onderwerp gedurende de jaren vijftig en zestig. Joachim Ernst Berendt, musicoloog, journalist en radiomaker van populaire jazzprogramma's in Duitsland schreef dit boek in 1953. Het boek, vele malen vertaald, vertelt over de ontwikkeling van de jazz, maar ik herinner me vooral de schema's, die voor mij heel informatief waren. Met een paar lijnen en woorden legde Berendt, al was het een dienstregeling van de Berlijnse ondergrondse, de relaties tusen stijlen en musici uit, gesplitst naar de verschillende instrumenten.

Dit soort diagrammen gaven in een notedop de kennis waar ik naar verlangde als een soort Jazz For Dummies avant la lettre ( maar dat boek had in de jaren negentig tenminste ook nog een CD achterin zodat je kon horen waar ze't over hadden).
ps: Er bestond al wel het boekje 6 Over Jazz met achterin een EP-tje., maar dat had ik toen nog niet.
Als tiener struinde ik na schooltijd door de boekhandel van Van Klaveren in de Lange Kerkstraat in Goes ( Daar zat ik op de HBS) op zoek naar boeken over jazz ( en nog een heleboel andere onderwerpen, want ik had-wat-met-boeken, zouden we tegenwoordig zeggen). De enige boeken die ik kon betalen waren pockets, vooral de zogenaamde Prisma boeken. ( ze kostten toen één gulden 25 herinner ik me ( = € 0.60 nu)). Daar kocht ik de Jazzlexicon geschreven door Jack Bosch en C.J. Dollé, een soort naslagwerk waarin stijlen, instrumenten en musici werden beschreven en, belangrijkste, waar ook wat echte jazztermen uitgelegd werden, alleen bebruikt onder insiders..
Een ander boekje heette toepasselijk Jazz, en was deel van een zogenaamde Arti Beeld-Encyclopedie, geschreven door A. Heerkens , waarin in minder dan 65 bladzijden in vier talen ( !! ) ( ja ja ) de geschiedenis van de jazz beschreven werd met veel vage zwart-wit foto's. En ... heel belangrijk, ook hier weer een paar schema's, zoals hierboven afgebeeld, waarin met een paar woorden jazzstijlen, van New Orleans tot Cool Jazz ( in vier talen !! ( ja ja ) beschreven werden met alle kenmerkende elementen. Wat werd er bijvoorbeeld ( in het Nederlands) over de NEW ORLEANS stijl geschreven? Volks, primitief, origineel, veel spirit. En over de DIXIELAND?: Imitatiezucht, beheerst, geforceerd vrolijk. En de BE-BOP? Meer modern, dan volks, onrustig, virtuoos. En de SWING? Soepel, licht verend, het "riffing" element.
Het "riffing" element?

Kun je voorstellen hoe ik als tiener worstelde met de term het "riffing" element? Nu, na al die jaren, wat ouder en kaler, hier en daar wat grijs in de baard, denk ik dat ik weet wat "riffing" elementen zijn, namelijk een minuscuul klein melodietje ( een riff) dat vele malen herhaald wordt, ondersteund door verschillende akkoorden. Ik heb er wel, ondanks al die goedbedoelde informatie uit de jaren vijftig, veertig jaar over gedaan voordat de betekenis van het woord "riffing" elementen tot me was doorgedrongen.

Ondanks al die jazzboeken !!

Enkele andere nostalgische boeken over jazz uit mijn bibliotheek: >
  • Jazz Verleden, Heden en Toekomst - Marshall W. Stearns
  • Jazz - André Francis
  • The New Edition of the Encyclopedia of Jazz - Leonard Feather
  • A Pictorial History of Jazz - Orrin Keepnews and Bill Grauer, jr.
  • Jazz On Record, a Critical Guide - Charles Fox
  • New Hot Discography - Charles Delaunay
  • Jazzlexikon - John Jörgensen - Erik Wiedemann.
Keep swinging

Hans Koert

Naar mijn laatste bijdrage !

MIJN DRAAITAFEL
arne domnerus quartet/dompan = sarah vaughan-lester young/one night stand = sonny stitt/stitt's bits - the bebop recordings 1949-1952 disc 1

Keep Swinging Oscar Aleman Flexible Records Choro Music Hit of the week - Durium




1 Comments:

Anonymous Anonymous said...

Well, a "riff" is a short sequence of notes...too short to be a solo!
In some cases, "riffs" can define, even make up, a song (i.e. "C Jam
Blues," "One O'Clock Jump" and such) while in other cases (common
in swing-era tunes) a "riff" can be repeated behind each individual
soloist's performance.

In a competent band (or, one assumes, a well-written arrangement) the
"riffs" are "subtle and light-footed"...and have to be, since they add
to the excitement of the performance.

In my own case, as the harmonica player and vocalist in my own blues
band, I play "riffs" behind the other soloists, or the band playing
as an ensemble...to add to the fullness of the sound as well as giving
me something to do other than standing on stage silently, looking
stupid, while others play! In fact, if I had my choice, I would be
working with a two or three-piece "horn section" that could harmonize
on my riffs and thus expand them, more or less imitating the swing-era
sound.

Sadly, I can't write music in notes (or put the result into text files,
if that is possible...) so I can't give you examples! Just listen to
Basie's "One O'Clock Jump," which uses riffs in at least two sections...

Steven B. ( in 78-L)

6:24 AM  

Post a Comment

<< Home