OSCAR ALEMÁN in SCHEVENINGEN (1939: Het optreden van den uitzonderlijken GUITARIST belicht. Een wonderlijk muzikaal genot, met één feilen: het was te kort!
Hans Koert
Oscar Alemán: star of the 7de Jazzwereldfeest in Scheveningen (1939) ( English) Oscar Alemán: ster van het Zevende Jazzwereldfeest in Den Haag (1939) (Nederlands) Oscar Alemán in concert: A review of the performances of a remarkable guitar player in The Hague (1939) (Engels) - Oscar Alemán in Scheveningen (1939): Het optreden van den uitzonderlijken guitarist belicht (Nederlands)
Op zaterdag 15 juli 1939 was het Zevende Jazzwereldfeest gepland in Het Kurhaus in Scheveningen, de badplaats tegen Den Haag aan. Oscar Alemán was uitgenodigd om op te treden en werd als de uitzonderlijke negerguitarist aangekondigd. Het Vaderland berichtte de dag na het concert dat twee van de programma-onderdelen van Het Jazzwereldfeest zich buiten de kaders van hetgeen verwacht kon worden, hadden geplaatst ......... welke zich door hun kwaliteit en karakter buiten het kader van het geheel geplaatst zagen: Noch het optreden van den Zuid-Amerikaanschen negergitarist Oscar Aleman noch dat van een Haagsch amateurorkest o.l.v. Iwan Poustochkine (= De Swing Papa's), bevatten iets, dat met den besten wil ter wereld louter onder amusement gerangschikt kan worden. De laatstgenoemde band, De Swing Papa's, had, volgens jazzcriticus, Will G. Gilbert, een soort jazz gecreëerd, dat bijna op gelijke hoogte stond met de jazz die je zou verwachten van een "zwarte" band, die nu eenmaal hun wortels in de jazz hebben. De jazzmuziek "gediend" door blanken is uit den aard der zaak een pijnlijk verschijnsel: haar wezen is niet in overenstemming te brengen met onze cultuur; Vandaar dat in zulke gevallen steeds een mislukking als jazzmuziek geconstateerd mag worden. De Swing Papa's waren, volgens Gilbert, dus een uitzondering - .... dat het orkest o.l.v. Poustochkine dezen speeltrant wist te verwerkelijken. Oscar Alemán was het andere buitenbeentje. ..... Oscar Alemán is een groot gitarist, ........., begint Gilbert zijn betoog maar ....zijn werk (kunnen we) niet geheel en al rangschikken onder datgene, wat wij hier als jazzmuziek verstaan. Er zijn invloeden te bespeuren, welke echter eveneens negersch zijn, ook al is hier een Zuid-Amerikaanse variëteit aan het woord; onmiskenbaar is het polyrhythmische aspect.
De Jazzwereld no. 8 ( augustus 1939) (foto: Hans Koert)
Gilbert lijkt gefascineerd door de techniek die Oscar laat zien, met name met zijn rechterhand en vergelijkt het met de Spaanse gitarist Andrés Segovia (1893-1987), een klassiek gitarist, die wel the father of the modern classical guitar movement by most modern scholars ( = de grondlegger van het moderne klassieke gitaarspel genoemd wordt door de moderne critici.) ( bron: classicalguitar.net ). Technisch is vooral zijn rechterhand ontwikkeld: de onafhankelijkheid der vingers is zoo ten top gevoerd, dat wij meermalen moesten denken aan de vaardigheid van een Segovia, dit zonder overdrijving.
Kop van De Jazzwereld no. 8 (augustus 1939) ( Dankzij het Dutch Jazz Archive) Het openingsartikel van De Jazzwereld van augustus 1939 heeft als kop Het Zevende Jazzwereldfeest dat de meeste vroegere Jazzwereld-Kurhausavonden overtrof! De auteur was waarschijnlijk weer Will G. Gilbert, die één van de redacteuren van het blad was; de anderen waren Bob Schrijver, die het festival had geleid en Mr. C.(= Constantin) Poustochkine, de oudere broer van de leider van De Swing Papa's Iwan Poustochkine, één van de bands die optrad op het festival en ook gerecenseerd wordt in het artikel. Het artikel in De Jazzwereld heeft in ieder geval diezelfde gezwollen retoriek, die we gewend zijn van Gilbert. In onnavolgbare lang uitsponnen zinnen, vol klankrijke omschrijvingen, roemt hij Oscar's gaven, er op wijzend dat de muziek die hij speelde eigenlijk geen jazz genoemd kon worden, hoewel het wel "zuivere jazzmuzikale elementen" bevatte en "daarnaast nog Spaanse- en Zuid-Amerikaanse elementen." Oscar Aleman wordt ook geroemd als entertainer, vanwege de muzikale grapjes die hij maakt, maar daarbij nooit uit was op enig goedkoop effectbejag. Aleman versmaadt geen grapjes, doch hoewel de wetenschap, dat dit zijn succes bij het publiek ten goede zal komen, bij hem hierbij ongetwijfeld vooropstaat, ontaarden zijn grapjes nummer tot kunstmatig aandoende showeffecten. Alles geschiedt spontaan, als vanzelf, het gaat niet ten koste van de muziek, maar heeft tot taak haar werking te versterken, haar smakelijkheid te vergroten.
Kurhaus (jaren dertig)
Gilbert wijst nogmaals op het feit dat de muziek van Oscar meer relatie heeft met de muziek van Segovia dan van de zigeunermuziek van Django Reinhardt ( = ... dat Aleman's guitarspel meer aanknopingspunten heeft met den gevleugelden stijl van Segovia dan met den Zigeunersch-sentimenteelen en zwaarderen speeltrant van een Reinhardt.); een belangrijke constatering, die helaas door veel tijdgenoten en later generaties jazzliefhebbers niet werd gezien! Oscar's optreden was maar kort: Het was een kort recital van waarachtige muziek, licht en pretentieloos, doch ontzaglijk vitaal en geworteld in een volksmuzikale cultuur, waarvan deze groote guitarist een raskunstenaar een exponent is. Hij speelde slechts vier nummers, namelijk Men of Mine (sic),(= Man of Mine (Hombre Mio)), dat zin herkenningsmelodie zou worden, Whispering (= Susurrando), Nobody's Sweetheart en Black Dreams, een eigen compositie, dat Oscar nooit aan de groef toevertrouwd heeft. Bij het laatgenoemde nummer gebruikte Oscar de klankkast van zijn gitaar als ritme-instrument, iets dat Gilbert zo opmerkelijk vond dat het vermeld moest worden: .. het suggestieve begeleidende rhythme, met de vingers tegen het houten instrument geslagen! Label met de (zeer zeldzame) uitvoering van Whispering (en Nobody's Sweetheart) ( Kopenhagen 5 december 1938): Er werden slechts 90 exemplaren van verkocht. ( collectie Leif Bjerborg)
We zijn zo gelukkig dat de twee solonummers Whispering (= Susurrando) en Nobody's Sweetheart een half jaar eerder in een soloversie op de plaat gezet zijn tijdens een opnamesessie met Svend Asmussen in Kopenhagen december 1938 voor de Deense HMV. Charles Delaunay vergelijkt beide nummers met de muziek die Eddie Lang speelde in de jaren twintig en dertig: ......... though they are quite different in style, more "Jazzy" rather than "Jazz" ( = hoewel anders van stijl - meer "Jazzy" dan "jazz".) They are showcases for Oscar Aleman's finger-picking, with no improvisation but ornamentation around the melodic line..... (= Het zijn voorbeelden van de finger-picking stijl van Oscar, zonder improvisties, maar met versieringen rond de melodielijn). Both songs are full of Latin American guitar licks such as false harmonics and tremolos, not usual at all in jazz (= De nummers zitten vol met allerlei Latijns-Amerikaanse gitaarlicks, zoals bepaalde akkoorden en tremolo’s, die we niet in de jazz kennen) ( bron: Tomas Mooney "Oscar Aleman Swing guitarist ( Jazz Journal vol 35-4 (Apr. 1982). Beide nummers waren onderdeel van de Josephine Baker revue van 1938 waarmee ze door Europa waren getrokken - Oscar speelde ze als intermezzo tussen twee acts. Delen van de recensie van (waarschjijnlijk) Will G. Gilbert in De Jazzwereld.( bron: De Jazzwereld no. 8 (Aug 1939)( met dank aan het Nedrlands Jazzarchief (MCN) (in negatief) (klik op de foto om hen te vergroten).
Het laatste onderdeel van het avondprogramma was
de Jamsessie, wat een groot succes was.
Het aller-uitbundigste applaus van dezen avond mocht de Jam-session oogsten.
Gilbert noemt een aantal musici die deelnamen aan de jamsessie: natuurlijk
Oscar Aleman; de in Engeland geboren trompettist
Johnny Claes, zangeres
Annie Xhofleer, pianist
Jaap Feijten, slagwerker
Jaap Cune en de leden van
De Swing Papa's. Zowel
Annie Xhofleer als
Oscar Alemán worden als de sterren bestempeld, maar het publiek was vooral geïmponeerd door het onbekende, aangezien een heuse jamsessie, volledig geïmproviseerd, met
een lawine aan solo's, sommige vrij geslaagd, andere maar matig, iets nieuws was.
Gilbert was daar wat verrast over ..........
Doch het publiek was daarnaast kennelijk in den ban der sensatie van het onvoorbereide van dit musiceren en onderging dit programmanummer ........ blijkbaar veel vollediger en intenser dan wij ...... Hetgeen "after all" een ieders goed recht was. De enige foto ( of zijn er nog meer?) van de jamsessie van het Jazzwereldfeest: f.l.t.r.: Annie Xhofleer - Joop Stoutjesdijk - Joost van Os - J(aap?) de Veen - Jaap Feijten - Oscar Aleman - (Theo) A. Tremio - T. Versteeg en Johnny Claes. (foto De Jazzwereld) ( met dank aan het Nederlands Jazzarchief (MCN) (klik op de foto voor een vergroting) Na afloop van het concert in het Kurhaus werd koers gezet naar De Pier, waar het bal werd gehouden .. tot 3 uur 's nachts. Hier in het Paviljoen traden beurtelings Paul Kluger's Pintonians op en De Swing Papa's. Het bal werd afgesloten met een internationale jamsessie, waarin vooral Oscar Aleman en slagwerker Maurits (= Maurice) van Kleef de toon zetten. Maurice van Kleef was in die jaren de drummer die Coleman Hawkins en Freddy Johnson begeleidde. Een andere muzikant die meespeelde was Johnny Fresco, de tenorsaxofonist, die in die tijd regelmatig in het Palais de Dance, gelegen naast het Kurhaus optrad met zijn orkest. Gilbert weet nog even fijntjes op te merken dat lang niet alle solo's indruk maakten: ... Stonden de soli der andere medewerkenden stylistisch niet steeds op hoog plan, het enthousiasme en de overgave, waarmede gespeeld werd, werd slechts overtroffen door de oplaaiende geestdrift van het publiek na afloop dezer session.
Deel van de recensie van de jamsessie in het Paviljoen ( bron: De Jazwereld no. 8 ) ( in negatief) ( met dank aan het Nederlands Jazzarchief (MCN)
In de recensie Oscar Aleman en andere jazzmuziek in Het Vaderland, trekt Gilbert de alomvattende conclusie, dat het ... een wonderlijk muzikaal genot (was), met één feilen: het was te kort! Je vindt hierbij het totale Jazzwereld artikel Het Zevende Jazzwereldfeest dat de meeste vroegere jazzwereld-kurhausavonden overtrof!! dankzij het Nederlands Jazzarchief ( MCN)
Het voorgaande artikel, met daarin aandacht voor de promotie van het festival vind je als: Oscar Alemán: De Ster van het 7de Jazzwereldfeest in Scheveningen (1939). Hier staan ook linken nar de Engelstalige versies op de Oscar Aleman blog.
Hans Koert samensteller van de (online) Oscar Aleman Discography
keepswinging@live.nl
Oscar Alemán voelde zich zeer vereerd te mogen optreden als één van de belangrijkste gasten op het Zevende Jazzwereldfeest - het feit dat het hele festival voor hem een dag werd verzet versterkte dat alleen maar. Zijn optredens gingen niet ongemerkt voorbij, al was er, volgens Gilbert, één van de belangrijkste jazzcritici van ons land, wellicht van echte Jazz geen sprake, al verwees hij die discussie naar den achtergrond .....als geheel onbelangrijk. Hij relateerde Oscar's muziek, wonderlijk gecompliceerd en onnavolgbaar grillige poly-ritmische en melodische draden van zijn muzikaal weefsel, eerder aan de klassieke Spaanse gitaarmuziek van Segovia dan aan den Zigeunersch - sentimenteelen en zwaarderen speeltrant van een Reinhardt. Door deze laatste constatering plaatste Gilbert Oscar buiten de Hot Club cultuur waarin het gitaarspel van Django domineerde en dat had hij goed gezien. Oscar beschreef dit Zevende Jazzwereldfeest later als één van de gelukkigste momenten van zijn leven.
De Keep Swinging blog is te volgen via Twitter of met hulp van haar gratis nieuwsbrief. Vraag haar aan.
Retrospect Oscar Aleman Choro Music Flexible Records Hit of the Week-Durium Friends of the Keep Swinging blog Keep Swinging Contributions Labels: 7de Jazzwereldfeest, De Jazzwereld, Den Haag, Jazzwereld, kurhaus, oscar aleman, Scheveningen, Swing Papa's, Will G. Gilbert, Zevende Jazzwereldfeest