Een vroege Blue Noteplaat - 1939
The Port of Harlem Jazzmen op één van de eerste BLUE NOTE's.
Een praatje bij een plaatje
Hans Koert
The Start of Blue Note Records - 1939 (English) Een vroege Blue Noteplaat - 1939 (Nederlands)
Soms loop je wel eens een 78-toeren platenlabel tegen het lijf, die je wilt hebben, voor de heb, omdat er een verhaal achter zit .......... Zo vond ik een Blue Noteplaat tussen een stapel 78-toerenplaten, die ik niet kon laten liggen. Nu kennen we meesten van ons Blue Note als een gerenommeerd platenlabel dat de laatste 60 jaar honderden lp's en (later) CD's uitbracht, alle met jazz op hoog niveau. Maar Blue Note als label is al veel ouder. Eind jaren dertig werd het opgericht door Alfred Lion.
WEARY LAND BLUES - IMPROVISATION BY J. C. HIGINBOTHAM QUINTET: J.C.Higginbotham (trombone), Albert Ammons piano, Teddy Bunn guitar, Johnny Williams bass, Sidney Catlett drums. Matrix: GM513A-5. Opgenomen in New York City op 7 april 1939 en uitgebracht als Blue Note BN 501. (Collectie Hans Koert)
Alfred Lion werd geboren in Berlijn in april 1908 en hoorde voor het eerst jazz spelen door het orkest van Sam Wooding, dat in de jaren twintig in Small's Paradise speelde in New York City en naar Berlijn gehaald was door een Russische impresario voor de Chocolate Kiddies revue - een uniek gebeuren - bedenk dat in die tijd nog maar heel weinig uitwisseling was met Amerikaanse muzikanten in de richting van Europa.
Twee leden van de band van Sam Wooding poseren voor een aanplakbiljet (1925) ( bron: overgrownpath.com)
De band van Sam Wooding bevatte grote namen als Herb Flemming, Tommy Ladnier, Gene Sedric, die later rietblazer zou worden in Fats Waller's Rhythm, en Garvin Bushell. Op een dag wilde de jonge Alfred Lion gaan rolschaatsen op de lokale overdekte rolschaatsbaan, een populaire tijdsbesteding in het mondaine Berlijn, toen hij ontdekte dat de baan die dag gesloten was vanwege een concert door de Sam Wooding band ......... Hij ging naar binnen, hoorde het orkest spelen en raakte in de ban van wat hij hoorde. Sam Wooding maakte met zijn band in Berlijn een viertal platen op het Vox-label. Het optreden van Sam Wooding en zijn band in het Admirals Palast in Berlijn had op de jonge Alfred veel indruk gemaakt. In de jaren dertig woonde Alfred o.a. met zijn gezin in Chili, waar hij allerlei baantjes had, waaronder kreeftenvisser. Albert Ammons (1907-1949)
Eind jaren dertig verhuisd Alfred naar New York City, waar hij in december 1938 het John Hammond's Spiritual to Swing concert bijwoonde. Hier speelden Albert Ammons, Pete Johnson en Meade Lux Lewis. Deze drie pianisten speelden een snel soort blues, gekenmerkt door een lopende bas met de linkerhand, die zou uitgroeien tot een hype van grote omvang: de boogie woogie. Deze nieuwe muziek inspireerde Alfred Lion tot het oprichten van een eigen jazzplatenlabel, dat hij Blue Note noemde. Hij wist Albert Ammons en Meade Lux Lewis te strikken en twee weken na het Carnegie Hall concert, op een zonnige winterdag, 6 januari 1939 om precies te zijn, zaten de twee pianisten in de door Alfred gehuurde studio ..... met genoeg Bourbon en Scotch om de dag door te komen. Aangezien Lion nog weinig ervaring had met dit soort situaties, liet hij de muzikanten hun gang gaan, zonder ze vast te pinnen aan bijvoorbeeld de gebruikelijke speelduur van een gramofoonplaat in die tijd van 3 á 4 minuten per nummer. Uiteindelijk werden er zo'n 16 nummers opgenomen, waaronder een lange improvisatie, eenvoudigweg getiteld The Blues, dat uiteindelijk op twee 78-toerenplaten ( vier delen) zou verschijnen. Deze eerste serie opnamen werden uitgebracht op 78-toerenplaten van 30 cm doorsnee, zeg maar de grootte van een lp. Die eerste platen waren genummerd als BN 1 en verder en hadden al het bekende geel-blauwe Blue Note label. Alleen BN 2 met de Boogie Woogie Stomp en Boogie Woogie Blues van Albert Ammons kreeg een roze-zwart label - een foutje bij de drukker. The Port of Harlem Jazzmen ( v.l.n.r: J.C. Higginbotham - Sidney Bechet - Sidney Catlett - Johnny Williams en Frank Newton. Gitarist Teddy Bunn zit vooran) ( bron: Mosaic Records)
Op 7 april 1939 huurde Alfred Lion opnieuw een studio en bracht een groep van zes musici bij elkaar, die hij de naam The Port of Harlem Jazzmen meegaf. De groep bestond uit: Frank Newton op trompet, J.C. Higgingbotham op trombone, Albert Ammons op piano, Teddy Bunn op gitaar, Johnny Williams bas en Sidney Catlett op slagwerk. Ze namen die dag vijf nummers op en twee ervan werden uiteindelijk uitgebracht als Blue Note BN 501. Het was de eerste 25 cm Blue Note plaat met het geel-blauwe label, de kleurstelling zoals die tot ongeveer BN 12 gebruikt zou worden, totdat de platen de "normale" wit-blauwe logo's zouden krijgen. Deze vroege Blue Note plaat vond ik en heeft nu een plaatsje gekregen in de "eregalerij".Hoewel Alfred Lion deze studioband labelde als The Port of Harlem Jazzmen komt deze naam niet voor op het label. Op de ene kant wordt de groep gelabeld als Improvisation by Frank Newton Quintet en de achterkant als Improvisation by J.C. Higginbotham Quintet. Blue Note heeft later deze studioband wel als The Port of Harlem Jazzmen heruitgebracht. DAYBREAK BLUES - IMPROVISATION BY FRANK NEWTON QUINTET: Frank Newton trompet, Albert Ammons piano, Teddy Bunn guitar, Johnny Williams bass, Sidney Catlett drums. Matrix: GM512A-6.Opgenomen in New York City op 7 april 1939 en uitgebracht als Blue Note BN 501. (Collectie Hans Koert)
Frank Newton had zijn sporen al ruimschoots verdiend, toen hij voor Blue Note deze plaat opnam - in de jaren twintig is hij te horen op de beroemde Cecil Scott Bright Boys opnamen voor Victor, die in elke jazzbasisverzameling niet mag ontbreken en in de jaren dertig is hij bij verschillende swingbands te beluisteren, zoals die van Benny Carter, Mezz Mezzrow, Teddy Wilson, Teddy Hill en Charlie Barnett voordat hij in 1937 onder eigen naam met zijn Uptown Serenaders opnamen maakt en uiteindelijk begin 1939 op één van Alfred Lion's eerste opnamesessies terecht komt. J.C. Higginbotham begon zijn carrière begin jaren twintig bij Wes Helvey's band en nam zijn eerste platen op in de band van King Oliver. Hij speelde bij Luis Russell, bij The Little Chocolate Dandies van Rex Stewart, bij Fats Waller, Louis Armstrong, Henry Red Allen en Jelly Roll Morton totdat hij in 1930 ook onder eigen naam platen begon te maken met zijn Six Hicks. In beide groepen treffen we Teddy Bunn aan op gitaar, die in de jaren dertig furore maakte met the Spirits of Rhythm.
Deze Blue Noteplaat is ook vanwege een andere reden een bijzonder exemplaar, omdat op het label geschreven is dat hij uit de collectie van de Engelsman Peter Tanner komt, waarmee ik vijftien jaar geleden intensief contact had m.b.t. het Hit of the Week-Durium project.
Hans Koert
keepswinging@live.nl
Hoewel ik geen typische 78-toerenverzamelaar ben, zoals R. Crumb die op zijn manier treffend typeerde, vind ik het leuk om bepaalde platen in mijn verzameling te koesteren, omdat ze iets te vertellen hebben: een praatje bij een plaatje dus. Zo vond ik deze vroege Blue Note, die door Alfred Lion, de oprichter van het vermaarde platenlabel in 1939 uitgebracht werd. Keep Swinging vindt het leuk aan dit soort bijzondere platen aandacht te besteden. Als je niets wilt missen volg haar dan via Twitter (#twitter) of vraag de gratis nieuwsbrief(keepswinging@live.nl)
Retrospect
Oscar Aleman Choro Music Flexible Records Hit of the Week-Durium Friends of the Keep Swinging blog Keep Swinging Contributions
Een praatje bij een plaatje
Hans Koert
The Start of Blue Note Records - 1939 (English) Een vroege Blue Noteplaat - 1939 (Nederlands)
Soms loop je wel eens een 78-toeren platenlabel tegen het lijf, die je wilt hebben, voor de heb, omdat er een verhaal achter zit .......... Zo vond ik een Blue Noteplaat tussen een stapel 78-toerenplaten, die ik niet kon laten liggen. Nu kennen we meesten van ons Blue Note als een gerenommeerd platenlabel dat de laatste 60 jaar honderden lp's en (later) CD's uitbracht, alle met jazz op hoog niveau. Maar Blue Note als label is al veel ouder. Eind jaren dertig werd het opgericht door Alfred Lion.
WEARY LAND BLUES - IMPROVISATION BY J. C. HIGINBOTHAM QUINTET: J.C.Higginbotham (trombone), Albert Ammons piano, Teddy Bunn guitar, Johnny Williams bass, Sidney Catlett drums. Matrix: GM513A-5. Opgenomen in New York City op 7 april 1939 en uitgebracht als Blue Note BN 501. (Collectie Hans Koert)
Alfred Lion werd geboren in Berlijn in april 1908 en hoorde voor het eerst jazz spelen door het orkest van Sam Wooding, dat in de jaren twintig in Small's Paradise speelde in New York City en naar Berlijn gehaald was door een Russische impresario voor de Chocolate Kiddies revue - een uniek gebeuren - bedenk dat in die tijd nog maar heel weinig uitwisseling was met Amerikaanse muzikanten in de richting van Europa.
Twee leden van de band van Sam Wooding poseren voor een aanplakbiljet (1925) ( bron: overgrownpath.com)
De band van Sam Wooding bevatte grote namen als Herb Flemming, Tommy Ladnier, Gene Sedric, die later rietblazer zou worden in Fats Waller's Rhythm, en Garvin Bushell. Op een dag wilde de jonge Alfred Lion gaan rolschaatsen op de lokale overdekte rolschaatsbaan, een populaire tijdsbesteding in het mondaine Berlijn, toen hij ontdekte dat de baan die dag gesloten was vanwege een concert door de Sam Wooding band ......... Hij ging naar binnen, hoorde het orkest spelen en raakte in de ban van wat hij hoorde. Sam Wooding maakte met zijn band in Berlijn een viertal platen op het Vox-label. Het optreden van Sam Wooding en zijn band in het Admirals Palast in Berlijn had op de jonge Alfred veel indruk gemaakt. In de jaren dertig woonde Alfred o.a. met zijn gezin in Chili, waar hij allerlei baantjes had, waaronder kreeftenvisser. Albert Ammons (1907-1949)
Eind jaren dertig verhuisd Alfred naar New York City, waar hij in december 1938 het John Hammond's Spiritual to Swing concert bijwoonde. Hier speelden Albert Ammons, Pete Johnson en Meade Lux Lewis. Deze drie pianisten speelden een snel soort blues, gekenmerkt door een lopende bas met de linkerhand, die zou uitgroeien tot een hype van grote omvang: de boogie woogie. Deze nieuwe muziek inspireerde Alfred Lion tot het oprichten van een eigen jazzplatenlabel, dat hij Blue Note noemde. Hij wist Albert Ammons en Meade Lux Lewis te strikken en twee weken na het Carnegie Hall concert, op een zonnige winterdag, 6 januari 1939 om precies te zijn, zaten de twee pianisten in de door Alfred gehuurde studio ..... met genoeg Bourbon en Scotch om de dag door te komen. Aangezien Lion nog weinig ervaring had met dit soort situaties, liet hij de muzikanten hun gang gaan, zonder ze vast te pinnen aan bijvoorbeeld de gebruikelijke speelduur van een gramofoonplaat in die tijd van 3 á 4 minuten per nummer. Uiteindelijk werden er zo'n 16 nummers opgenomen, waaronder een lange improvisatie, eenvoudigweg getiteld The Blues, dat uiteindelijk op twee 78-toerenplaten ( vier delen) zou verschijnen. Deze eerste serie opnamen werden uitgebracht op 78-toerenplaten van 30 cm doorsnee, zeg maar de grootte van een lp. Die eerste platen waren genummerd als BN 1 en verder en hadden al het bekende geel-blauwe Blue Note label. Alleen BN 2 met de Boogie Woogie Stomp en Boogie Woogie Blues van Albert Ammons kreeg een roze-zwart label - een foutje bij de drukker. The Port of Harlem Jazzmen ( v.l.n.r: J.C. Higginbotham - Sidney Bechet - Sidney Catlett - Johnny Williams en Frank Newton. Gitarist Teddy Bunn zit vooran) ( bron: Mosaic Records)
Op 7 april 1939 huurde Alfred Lion opnieuw een studio en bracht een groep van zes musici bij elkaar, die hij de naam The Port of Harlem Jazzmen meegaf. De groep bestond uit: Frank Newton op trompet, J.C. Higgingbotham op trombone, Albert Ammons op piano, Teddy Bunn op gitaar, Johnny Williams bas en Sidney Catlett op slagwerk. Ze namen die dag vijf nummers op en twee ervan werden uiteindelijk uitgebracht als Blue Note BN 501. Het was de eerste 25 cm Blue Note plaat met het geel-blauwe label, de kleurstelling zoals die tot ongeveer BN 12 gebruikt zou worden, totdat de platen de "normale" wit-blauwe logo's zouden krijgen. Deze vroege Blue Note plaat vond ik en heeft nu een plaatsje gekregen in de "eregalerij".Hoewel Alfred Lion deze studioband labelde als The Port of Harlem Jazzmen komt deze naam niet voor op het label. Op de ene kant wordt de groep gelabeld als Improvisation by Frank Newton Quintet en de achterkant als Improvisation by J.C. Higginbotham Quintet. Blue Note heeft later deze studioband wel als The Port of Harlem Jazzmen heruitgebracht. DAYBREAK BLUES - IMPROVISATION BY FRANK NEWTON QUINTET: Frank Newton trompet, Albert Ammons piano, Teddy Bunn guitar, Johnny Williams bass, Sidney Catlett drums. Matrix: GM512A-6.Opgenomen in New York City op 7 april 1939 en uitgebracht als Blue Note BN 501. (Collectie Hans Koert)
Frank Newton had zijn sporen al ruimschoots verdiend, toen hij voor Blue Note deze plaat opnam - in de jaren twintig is hij te horen op de beroemde Cecil Scott Bright Boys opnamen voor Victor, die in elke jazzbasisverzameling niet mag ontbreken en in de jaren dertig is hij bij verschillende swingbands te beluisteren, zoals die van Benny Carter, Mezz Mezzrow, Teddy Wilson, Teddy Hill en Charlie Barnett voordat hij in 1937 onder eigen naam met zijn Uptown Serenaders opnamen maakt en uiteindelijk begin 1939 op één van Alfred Lion's eerste opnamesessies terecht komt. J.C. Higginbotham begon zijn carrière begin jaren twintig bij Wes Helvey's band en nam zijn eerste platen op in de band van King Oliver. Hij speelde bij Luis Russell, bij The Little Chocolate Dandies van Rex Stewart, bij Fats Waller, Louis Armstrong, Henry Red Allen en Jelly Roll Morton totdat hij in 1930 ook onder eigen naam platen begon te maken met zijn Six Hicks. In beide groepen treffen we Teddy Bunn aan op gitaar, die in de jaren dertig furore maakte met the Spirits of Rhythm.
Deze Blue Noteplaat is ook vanwege een andere reden een bijzonder exemplaar, omdat op het label geschreven is dat hij uit de collectie van de Engelsman Peter Tanner komt, waarmee ik vijftien jaar geleden intensief contact had m.b.t. het Hit of the Week-Durium project.
Hans Koert
keepswinging@live.nl
Hoewel ik geen typische 78-toerenverzamelaar ben, zoals R. Crumb die op zijn manier treffend typeerde, vind ik het leuk om bepaalde platen in mijn verzameling te koesteren, omdat ze iets te vertellen hebben: een praatje bij een plaatje dus. Zo vond ik deze vroege Blue Note, die door Alfred Lion, de oprichter van het vermaarde platenlabel in 1939 uitgebracht werd. Keep Swinging vindt het leuk aan dit soort bijzondere platen aandacht te besteden. Als je niets wilt missen volg haar dan via Twitter (#twitter) of vraag de gratis nieuwsbrief(keepswinging@live.nl)
Retrospect
Oscar Aleman Choro Music Flexible Records Hit of the Week-Durium Friends of the Keep Swinging blog Keep Swinging Contributions
Labels: alfred lion, blue note, Frank Newton, J.C. Higginbotham